Hoedjes weer in de dozen, paarden op stal, protest-fluitjes verstomd. Na de troonrede, de presentatie van de Miljoenennota en twee dagen algemene beschouwingen is het tijd de balans op te maken. Het goede nieuws? Gemiddeld gaat de koopkracht er in 2024 met 1,8% op vooruit. Waar kunnen woningeigenaren en -zoekenden en de Nederlandse belastingbetaler op rekenen?

Koning Willem Alexander gaf in de troonrede aan dat steeds meer Nederlandse huishoudens moeite hebben om rond te komen — ruim zes procent van de kinderen groeit nu op in armoede, ofwel gemiddeld twee per schoolklas. Dat is ook voor een demissionair kabinet onaanvaardbaar, aldus minister Kaag van Financiën.

€ 2 miljard voor armoedebestrijding

Minister Kaag meldde de Tweede Kamer dat de coalitie € 2 miljard uittrekt voor armoedebestrijding. Het kindgebonden budget stijgt fors: voor het eerste kind met maximaal € 619; tweede en volgende € 752 en voor kinderen tussen 12-17 jaar €400. Om werken aantrekkelijker te maken gaat de algemene arbeidskorting met € 115 omhoog voor inkomens tussen € 23.000-37.000. Daarbij komt er meer geld voor de SLIM-regeling, namelijk € 73,5 miljoen. Deze ‘Stimuleringsregeling leren en ontwikkelen in middelkleine ondernemingen’ moet medewerkers in deze sector helpen zich te blijven ontwikkelen. Het STAP-budget wordt in 2024 stopgezet.

Om kinderarmoede tegen te gaan wordt het kindgebonden budget verhoogd
___Koning Willem Alexander, troonrede 2023

Op voorstel van de Tweede Kamer gaat het wettelijk minimumloon per 1 januari met 1,7% extra omhoog. Dat ligt nu op € 12,79 euro per uur en komt dan uit op bijna € 13,50. Uitkeringen en de AOW zijn daaraan gekoppeld en stijgen dus ook (extra).

Huurders in de sociale sector kunnen tot € 416 extra toeslag per jaar tegemoet zien. Aan de andere kant daalt de zorgtoeslag, omdat de eenmalige extra verhoging voor 2023 komend jaar vervalt. Het maximum is dan € 1.523 (en € 2.913 met toeslagpartner). Bovendien stijgt de premie voor de basisverzekering met twaalf euro naar gemiddeld € 149 per maand. Dat is bijna € 145 per jaar per persoon boven de 18. Het verplicht eigen risico blijft gelijk (€ 385), hoewel je voor minder premie ook een hoger eigen risico kunt kiezen.

Draaien aan de belastingschijven

Tegenover genoemde en andere extra uitgaven moet het Rijk zorgen voor extra inkomsten. Dat loopt onder andere via de belastingen (en accijnzen). De plannen voor box 1 leiden ertoe dat mensen met een hoger inkomen er minder op vooruit gaan dan de lagere inkomens. De hogere schijven worden namelijk beperkt geïndexeerd, met 3,5%. Andere schijven en kortingen krijgen wel een inflatiecorrectie van 9,9%. De belasting van 49,5% geldt volgend jaar voor inkomens boven ca. € 75.000. Dat is nu € 73.000. Het tarief binnen de eerste schijf gaat met 0,03% omhoog. Dat leidt tot maximaal € 20 extra belastingafdracht. De maatregelen leveren de schatkist in 2024 circa € 1,6 miljard op.

Infographic over jouw situatie

Benieuwd hoe de belastingplannen voor jou uitpakken? Zie de nadere toelichting en infographic van de Rijksoverheid ⎆

Sommige maatregelen en wijzigingsvoorstellen van de Tweede Kamer moeten nog door de Eerste Kamer worden bekrachtigd. Je financieel adviseur of belastingconsulent kan je te zijner tijd desgewenst een update geven.

Het Rijk krijgt ook extra inkomsten door het zwaarder belasten van bedrijven die voor de winst hun eigen aandelen kopen en door banken extra te belasten. Ook gaat het toptarief in box 2 en 3 van de belastingen omhoog. In box 2 betalen aandeelhouders volgend jaar 31% over hun inkomsten boven €67.000 (nu nog 26,9%); daaronder is het tarief 24,5%.

In box 3 gaat het tarief voor de vermogensbelasting al komend jaar van 32 naar 34% — in plaats van in 2025. De drempel voor het heffingsvrije vermogen wordt niet geïndexeerd en blijft in 2024 dus €57.000, of €114.000 voor fiscaal partners.

Wijzigingen voor woningbezitters en -zoekers

Te weinig nieuwbouw vormt een bottleneck binnen de woningmarkt. Minister de Jonge van Binnenlandse zaken had al € 250 miljoen op de begroting staan om projecten vlot te trekken en voegt daar nog eens € 50 miljoen extra aan toe. Nog eens € 300 miljoen aan stimulering die voor 2025 op de planning stond, wordt een jaar naar voren gehaald. Zo komt er komend jaar totaal € 600.000.000 beschikbaar voor betaalbare nieuwe huur- en koopwoningen.

Voor specifieke groepen zijn er diverse maatregelen aangekondigd.

Hulp voor koopstarters
Voor starters met een middeninkomen (tot twee maal modaal) komt € 40 miljoen beschikbaar in het Nationaal Fonds Betaalbare Woningen ⎆. Ze kunnen hiermee maximaal € 50.000 koperskorting krijgen voor ‘betaalbare’ nieuwbouw: woningen tot € 355.000. De korting dient bij verkoop weer te worden terugbetaald, met indexatie voor de waardeontwikkeling, om volgende starters te helpen.

Wie voor zijn 35e zijn eerste bestaande woning koopt, kan gebruik maken van een vrijstelling van overdrachtsbelasting. De grens waarbinnen deze regeling geldt gaat in 2024 van € 440.000 naar € 510.000. Anderen betalen 2% van de marktwaarde voor een woning als hoofdverblijf. Voor vakantieverblijven of woningen-voor-de verhuur is de overdrachtsbelasting 10,4%.

De vrijstelling van schenkbelasting voor het kopen van een eigen woning (tot 40 jaar) werd in 2023 al verlaagd van de ‘jubelton’ naar € 28.947. Deze regeling is voor komend jaar geheel afgeschaft.

Belastingvrij schenken nog tot 31 december

Tot het einde van dit jaar mag je de huidige verhoogde vrijstelling nog ontvangen. Je moet deze dan uiterlijk 31 december 2025 hebben besteed aan een woning(verbetering), of aflossing op de hypotheek.

Voor alleenstaanden
Alleenstaanden met een inkomen vanaf € 26.000 kunnen via een hypotheek € 16.000 extra lenen, boven de inkomensnorm.

Voor alle kopers – impact energielabel
Het energielabel van de woning die je koopt bepaalt vanaf 2024 hoeveel je daar via een hypotheek (extra) voor kunt lenen. Dat varieert van € 50.000 extra voor een A++++ woning met 10 jaar energieprestatiegarantie (of € 40.000 zonder) tot niets extra’s voor woningen met een ongunstig label (E, F, G). Boven de inkomensnorm zijn labels C en D goed voor € 5.000 extra; A en B voor € 10.000 en A+ t/m A+++ voor € 20.000 meer ruimte.

Voor het verduurzamen – impact energielabel
Het energielabel bepaalt ook hoeveel je extra kunt lenen voor het verduurzamen van de eigen woning. Hierbij krijg je juist meer ruimte als het vertrekpunt een ongunstig label is. Bij labels E, F, G kun je € 20.000 extra lenen; bij C en D € 15.000 en bij A+++ t/m B is dat € 10.000 boven de inkomensnorm. Dit laatste bedrag geldt ook wanneer de woning nog geen label heeft en je voor energiemaatregelen een nieuwe hypotheek wilt afsluiten, of een bestaande wilt verhogen. Nu kan dat alleen bij een minimum gezinsinkomen van € 33.000 (bruto) — in 2024 komt die eis te vervallen. Bij een A++++ label kun je niets extra’s lenen.

Voor alle eigenaren

Naar verwachting van de Waarderingskamer ligt de WOZ-waarde van woningen die gemeenten in 2024 doorgeven zo’n 2% tot 4% hoger dan in 2023. Als peildatum voor de aanslag geldt 1 januari van het voorgaande jaar. De WOZ-waarde bepaalt niet alleen hoeveel je aan gemeentelijke belastingen betaalt, maar ook het eigenwoningforfait bij je inkomstenbelasting (box 1).

Woningeigenaren met een kleine hypotheekschuld betalen komend jaar misschien iets meer inkomstenbelasting. Volgens de Wet Hillen mocht je een positief verschil tussen de bijtelling van je eigenwoningforfait en het totaal van je aftrekbare kosten, zoals de hypotheekrente, volledig in mindering brengen op je inkomen. Sinds 2019 wordt dat in 30 jaar afgebouwd. In 2024 is het verschil nog voor 80% aftrekbaar.

Kosten van vervoer

Hoewel het demissionair kabinet de (tijdelijke) verlaging van de brandstofaccijns wilde afschaffen, stemde een meerderheid van de Tweede Kamer voor het schrappen van de aanstaande verhoging. Dat voorkomt dat de prijzen aan de pomp met zo’n 20 cent per liter stijgen.

Bovendien wil de Kamer dat er meer geld beschikbaar komt voor het openbaar vervoer. Bij zeer ruime meerderheid vroegen partijen 300 miljoen euro om de stijging van de kosten van kaartjes en “verdere verschraling van het regionale openbaar vervoer door het wegvallen van haltes en buslijnen” te voorkomen. Ook moet, wat betreft de Kamer, de voorziene prijsstijging bij de NS niet doorgaan. NS bevestigde na deze opdracht aan het Kabinet dat ze vanaf 2026 een heffing wil rekenen voor de ochtendspits van maximaal 2,50 euro per treinreis. In de avond wil het bedrijf een maximumtoeslag van 2 euro.