Vakantie is voorbij en dan nu studeren. En op kamers. Vrijheid, heerlijk! Maar… ook verplichtingen. Waar moet je allemaal aan denken? En hoe regel je dat financieel? We denken met je mee en geven je tips.

Zo lang je bij je ouders woont is het allemaal vrij eenvoudig. Je eet mee met het gezin, je verzekeringen zijn geregeld, je hebt zakgeld en misschien een bijbaantje. Maar zodra je op jezelf gaat wonen wordt je patroon van inkomsten en uitgaven ingewikkelder. En zul je zelf moeten zorgen dat je rond komt.

“Zodra je op jezelf gaat wonen wordt je patroon van inkomsten en uitgaven ingewikkelder.”

Inkomsten
Zodra je op kamers gaat zijn er een aantal inkomstenbronnen. Werk bijvoorbeeld. Maar naast je studie heb je daar niet onbeperkt de tijd voor. Ongeveer 58% van de ouders blijkt op regelmatige of onregelmatige basis bij te springen. Misschien heb je het geluk dat jouw ouders dat ook kunnen en willen.

Je hebt ook de mogelijkheid om bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) een studievoorschot aan te vragen. Dat systeem werd in 2015 ingevoerd en sindsdien is er geen sprake meer van een basisbeurs voor studenten, maar van een lening tegen gunstige voorwaarden. De maximale lening voor het schooljaar 2019-2020 is 1056,05 euro per maand. Het is een manier om in je onderhoud te voorzien, maar het heeft natuurlijk de keerzijde dat alles uiteindelijk wel terugbetaald moet worden.

“Het studievoorschot heeft de keerzijde dat alles uiteindelijk wel terugbetaald moet worden.”

Het is dus zaak om met beleid te lenen en niet meer dan je nodig hebt. Heb je namelijk aan het einde van je studie een grote studieschuld, dan heeft dat bijvoorbeeld weer invloed op je mogelijkheden om een hypotheek te krijgen. Aan de andere kant: lenen tegen een hele gunstige rente is altijd nog beter dan rood staan tegen een hele hoge rente.

Naast lenen bestaat voor sommigen de mogelijkheid om een aanvullende beurs aan te vragen bij de DUO. Dat kan als het inkomen van je ouders te laag is om je te kunnen helpen. De aanvullende beurs hoef je niet terug te betalen, mits je binnen 10 jaar afstudeert. De DUO heeft een handige tool ontwikkeld, de Rekenhulp Studiefinanciering.

Daarmee kun je nagaan of je in aanmerking komt voor de aanvullende beurs.

Toeslagen
Omdat je inkomen als student relatief laag is kom je wel in aanmerking voor allerlei toeslagen. De belangrijkste zijn de huurtoeslag en de zorgtoeslag. Je kunt ze aanvragen bij de belastingdienst. Voor de huurtoeslag geldt overigens wel dat je in een zelfstandige woonruimte moet wonen, dus met een eigen voordeur. Dus bij kamerhuur kom je voor die toeslag helaas niet in aanmerking.

“Voor de huurtoeslag geldt dat je in een zelfstandige woonruimte moet wonen, dus met een eigen voordeur.”

Nog enkele bespaartips
Er zijn voor studenten allerlei studentenkortingen. Denk bijvoorbeeld aan een abonnement op de sportschool, waar studenten overdag vaak voor sterk gereduceerd tarief kunnen sporten. Maar ook bij musea en theaters kun je vaak met korting terecht. Je hoort snel genoeg welke organisaties speciale studentenaanbiedingen hebben. Maak daar gebruik van, het scheelt veel geld.

En doordat je een laag inkomen hebt wordt op het salaris van een bijbaantje vaak teveel loonbelasting ingehouden. Dat kan door middel van een belastingaangifte worden teruggevraagd. Het is zonde om dat te laten liggen.

“Er zijn voor studenten allerlei studentenkortingen. En ook de belastingteruggave is zonde om te laten liggen.”

Uitgaven
Tegenover je inkomsten en voordelen staan je uitgaven. Denk bijvoorbeeld aan je boodschappen, huur, studiekosten en abonnementen. En je wilt natuurlijk ook wel eens een biertje drinken met je vrienden. Maar je zult inkomsten en uitgaven wel in balans moeten zien te houden. Een handig hulpmiddel is de studiebegroting van het Nibud, die kan je houvast bieden.

Lukt het je nou niet om je uitgaven goed onder controle te krijgen, schrijf dan eens precies op waar je wat aan uitgegeven hebt. Dan worden je kosten veel inzichtelijker. En als je inzicht hebt, dan kun je makkelijker iets aan je uitgaven doen.

Verder is het aan te bevelen om te proberen maandelijks iets te sparen. Vaak krijg je aan het begin van het nieuwe studiejaar te maken met grote uitgaven, zoals collegegeld en studieboeken. Het is goed om een buffer te hebben om dat soort uitgaven te kunnen betalen. Maar ook voor als er eens iets stuk gaat.

Ziektekostenverzekering
Iets waar je zeker aandacht aan zult moeten besteden zijn je verzekeringen. Al is het maar om na te gaan wat je wel en niet zelf nog moet regelen.

Het meest in het oog springend is de ziektekostenverzekering. Tot je 18e ben je gratis meeverzekerd op de polis van je ouders, maar daarna ben je verplicht om je – of je nou student bent of niet – te verzekeren tegen ziektekosten. En dus zul je premies moeten betalen. Bovendien krijg je te maken met het verplichte eigen risico. Er zijn echter vaak speciale verzekeringen voor jongeren of studenten tegen een lagere premie. Je zult je hierin moeten verdiepen.

“Iets waar je zeker aandacht aan zult moeten besteden zijn je verzekeringen.”

Inboedelverzekering
Daarnaast zul je moeten kijken naar je inboedelverzekering. Waar je spulletjes eerst nog gewoon verzekerd waren via je ouders, ga je nu op een heel ander adres wonen. Er zijn maar weinig verzekeraars die de mogelijkheid bieden om de inboedel van een uitwonend kind mee te verzekeren, daarom zul je deze verzekering meestal zelf af moeten sluiten. Want ook al is je inboedel misschien beperkt, als je spulletjes door diefstal of brand verloren gaan, dan merk je pas hoeveel het kost om alles weer nieuw te kopen. Overigens maakt het voor een inboedelverzekering wel uit of je zelfstandige woonruimte hebt of dat je de voordeur deelt. In dat laatste geval heb je vaak een aparte inbraakclausule nodig. De verzekering dekt dan bij inbraak alleen als er braaksporen zijn aan jouw eigen vertrek.

Overige verzekeringen
En dan zijn er nog een aantal verzekeringen die vaak via je ouders blijven lopen, maar soms ook niet.

Zo is een aansprakelijkheidsverzekering geen overbodige luxe. Een ongelukje is zo gebeurd en de schade kan dan groot zijn. Bovendien is een aansprakelijkheidsverzekering niet erg duur. Meestal ben je bij je ouders meeverzekerd totdat je afgestudeerd of getrouwd bent, ook al ben je verhuisd. Check voor de zekerheid de polisvoorwaarden.

“Zo is een aansprakelijkheidsverzekering geen overbodige luxe. Een ongelukje is zo gebeurd en de schade kan dan groot zijn.

Ook de gezinsreisverzekering van je ouders dekt vaak de uitwonende gezinsleden tot hun 28e. Dus voor de basisdekking zit je waarschijnlijk wel goed. Houd wel in de gaten of je voor bijzondere sporten als skiën en duiken meeverzekerd bent en verzeker dat zo nodig bij. En bij studeren in het buitenland kan het verstandig zijn om een zakenreisverzekering af te sluiten, omdat dit vaak niet gedekt wordt door de standaard reisverzekering.

Tenslotte, voor wat betreft rechtsbijstand is een uitwonend kind meestal meeverzekerd op de polis van de ouders.

Wat is wijsheid?
Per verzekering verschillen de voorwaarden. Het is daarom goed om de voorwaarden van de bij je ouders lopende verzekeringen (samen met hen) door te lezen. Soms is een speciale studentenverzekering voordeliger. En goed verzekerd zijn is fijn, maar dubbel verzekerd zijn is zonde.

“Vind je het lastig om de polisvoorwaarden door te lezen en ze te vergelijken? Neem dan bij vragen gerust contact met ons op.”

Vind je het lastig om de polisvoorwaarden door te lezen en ze te vergelijken? Neem dan bij vragen gerust contact met ons op. Het is ons vak, we helpen je graag en hebben vaak snel een antwoord voor je. En als je je eigen verzekeringen nodig hebt dan kunnen we die snel voor je in orde maken.